QuinBlog van 21-12 2012

Een tweeling in het Watermantijdperk



 

L.S. (Lectori Salutem)

Dit is voor mij een hele speciale pagina. Ik ben al een poosje geleden onbewust aan een queeste begonnen, die ik toeschrijf aan het nieuwe tijdperk waarin wij leven. Vorige week was de complete driedelige serie van Lord of the Rings op de televisie. Ik zag ineens zo over-over-duidelijk het verband met deze nieuwe tijd.  De terugkeer naar het spirituele, het belang van vrienden, de hulp van de grote witte tovenaar Gandalf bij de missie die Frodo moest volbrengen, de strijd tussen goed en kwaad, de hebzucht die veel mensen in de ban houdt. 10 jaar geleden zag ik dit allemaal nog niet. Nu trof het mij zo diep. Toeval bestaat niet. Tolkien (1892-1973, een Britse schrijver, geboren in Zuid-Afrika, theoloog, zelfs professor theologie) en een ziener. Het verhaal  In de ban van de Ring spreekt nu nog steeds erg tot de verbeelding en zit vol verwijzingen.  Ik typ het woord queeste in op Google en Wikipedia vertaalt queeste als volgt:

Een queeste is een zoektocht; in het bijzonder een zoektocht die het karakter heeft van een levenstaak, zoals de zoektocht van Parsival naar de Heilige Graal ..., de omzwervingen van Odysseus of de zoektocht die de helden van Tolkiens In de Ban van de Ring ondernemen. een avontuurlijke, lange reis, met helpers en grote hindernissen ... In dergelijke verhalen is de queeste vaak een metafoor voor de zoektocht naar wijsheid, die door de zoekers wordt gevonden door de ervaringen die ze tijdens het zoeken opdoen. Het woord wordt ook in overdrachtelijke zin gebruikt voor een opdracht die men zichzelf heeft gesteld, maar die "bijna" onmogelijk is uit te voeren.

Precies wat ik van binnen al voelde, wat mij frappeert is dat Wiki ook Tolkien aanhaalt! Hoe is dat mogelijk?  Is er vandaag dan toch iets met mij aan de hand? Waarom schrijf ik vandaag deze Blog? Vanuit een behoefte om mijn honger naar kennis te stillen? Vanuit de wens te schrijven? Zeker is dat ik een doel of het avontuur in mijn leven mis. Ik heb mijn hele leven al geen duidelijke doelen gesteld. Ik ben altijd op zoek het geluk, in mijzelf, in de dingen om mij heen, in mijn toevallige contacten met anderen... Is liefde een onbereikbaar doel? Of een toevalligheid? Of een onmogelijkheid als je er juist weer naar op zoek bent?

Ik geloof niet in toevallige ontmoetingen, ik geloof dat alles betekenisvol is, al zie je die betekenis niet altijd. Ik geloof in de goedheid van andere mensen. Zelfs al voel ik mij soms gebruikt (dit is niet hetzelfde als misbruikt - daar zit kwade wil achter). Ik stel mij liever kwetsbaar op in mijn omgang met anderen, met het risico dat ik gekwetst wordt door een ander met verkeerde bedoelingen, dan dat ik de liefde zie als een spelletje dat twee mensen spelen. Spelletjes speel ik wel aan tafel!

Is een queeste altijd een onmogelijke zoektocht?

Ik geloof dat niets onmogelijk is - alles is mogelijk voor hen die willen. (Dit  komt van het Latijnse gezegde Nil Volentibus Arduum : niets is moeilijk voor hen die willen). De wil, daar draait het dus om. Als je iets wilt, dan kun je het ook. Dat zeggen we ook tegen onze kinderen als ze er even doorheen zitten.

Bij toeval (?!) kwam er een Latijnse tekst bij de opmaak van deze pagina in beeld. Het bleek te gaan om een proeftekst uit het drukkerijwezen, maar ik was geïntrigeerd naar de betekenis ervan.

Lorem Ipsum
Ik heb verder gezocht naar de oorsprong en ja hoor, wat schetst  mijn verbazing? De eerste woorden van het Lorem ipsum vinden hun oorsprong in het boek De finibus bonorum et malorum.    (over de grenzen van goed en kwaad) van Marcus Tullius Cicero   uit 45 voor Christus.

In alinea 1.10.32 van dit boek komt de volgende zinsnede voor:
Neque porro quisquam est qui dolorem ipsum quia dolor sit amt, consectutur, adipisci velit. (er is niemand die van pijn houdt, die er naar zoekt, en het hebben wil, simpelweg omdat het pijn is...)
Need I say More? Als je weet wat je niet wilt, dan weet je ook wat je wel wilt, er zitten twee kanten aan elke zaak, of, zoals je wilt, het mes snijdt aan twee kanten. De grens van goed en kwaad is een omkeerbaar snijvlak. Zonder verdriet, geen geluk. Je kunt geen geluk ervaren wanneer je niet weet hoe het ontbreken van geluk (gemis, verdriet) voelt. Als je weet wat je niet wilt in een partner, dan zoek je naar iemand die die eigenschappen niet heeft.


Van Homo Sapiens naar Homo Lumens 

(van de denkende mens naar de verlichtte mens)
Waarom die zoektocht? Een filosoof verwoordde queeste als volgt:
De symboliek is overdraagbaar naar de zoektocht in ons eigen leven, of liever de zoektocht die ons eigen leven in feite is. Het is inderdaad een onmogelijke opdracht ultieme wijsheid te bereiken, maar wie niet zoekt zal ook de wijsheid naar menselijke maat niet vinden. Ons leven heeft niet een bepaald duidelijk te formuleren einddoel, dat als product bereikt kan worden. Reeds Aristoteles zag als doel van ons leven, het leven van ons leven zelf. De invulling van dit levensdoel is heel persoonlijk en zit verweven in kleine en grote dingen. Ieders leven is een doorlopende zoektocht naar zin, geluk en levensvervulling in telkens veranderende omstandigheden,...tot de dood ons scheidt.
De klassieke zin "Ken uzelf" staat aan de basis van wijsheid. Onze eigen zoektocht vraagt daarom om doorlopende bezinning en reflectie op onszelf; onze moraliteit, handelen, voelen en denken. Omdat wij niet alleen op de wereld zijn, is ook bezinning nodig op onze sociale contacten en hoe wij in klein en groter verband deze wereld leefbaar en bewoonbaar kunnen houden of maken. Het is een hele (levens)kunst deze zoektocht op eigen krachten te volbrengen, vooral als het (l)even tegenzit.

Wie denk je dat je bent???   

Wie kent de waarheid?

Spirituele leiders kunnen van grote betekenis zijn bij onze zoektocht naar waarheid, naar antwoorden. Maar hoe lang blijf je volgeling en wanneer weet je dat het tijd is om je eigen pad te kiezen? Hoe onderscheid je een goede van een slechte leraar?

Op het Griekse marktplein staat een kleine, gezette man met uitpuilende ogen driftig te gebaren. Om hem heen staat een verhitte menigte. “Oh ja, is dat zo?” roept de man in de richting van een toehoorder. “Weet je heel zeker dat het waar is wat je zegt?”

“Natuurlijk weet ik dat zeker!” roept de toehoorder.
“En wie ben jij dan wel om dat zo zeker te weten?” vraagt de kleine man die Socrates heet. “Weet je eigenlijk wel wie je zelf bent?”
“Hoezo?” vraagt de toehoorder verbaasd. “Ik ben gewoon mijzelf.”
“En wie is dat dan wel, die zelf?” vraagt Socrates met een vileine glimlach.
“Uh, tsja daar heb ik niet zo over nagedacht,” hakkelt de man.
“Hoe,” vraagt Socrates, “kun je beweren de waarheid te kennen als je jezelf niet eens kent?”
Er valt een stilte. Socrates wendt zich nu tot de rest van de menigte: “Zijn er nog andere mensen die iets heel zeker weten? Wie heeft er nog een waarheid die we kunnen toetsen?” Niemand stapt naar voren. Niemand durft het nog op te nemen tegen de wijsgeer die door het Orakel van Delphi ‘de wijste man op aarde’ wordt genoemd.
Als de menigte oplost, blijft één man staan. Zijn naam is Plato. Hij is gefascineerd geraakt door de manier waarop Socrates door vragen te stellen vrijwel iedere ‘waarheid’ weet te weerleggen. Niets, maar dan ook niets, is heilig (en veilig) voor deze plaaggeest die de schrik is van elke gevestigde orde.
“Is het niet gevaarlijk wat u doet?”, vraagt Plato. “Komt u niet in de problemen?”
“Oh, zeker wel,” antwoordt Socrates met een schuine blik op een groepje mannen dat hem al geruime tijd in de gaten houdt. “Ik ben niet overal populair. Veel mensen vinden me erg irritant. Maar Athene is traag en ik ben de horzel die haar tot leven moet wekken.”
“Waarom noemt het Orakel u de wijste man op aarde?” wil Plato weten.
Socrates haalt vermoeid de schouders op. “Geloof me, ik heb er alles aan gedaan om te bewijzen dat dat niet zo is. Ik heb overal gezocht naar mensen die wijzer zijn. Ik heb politici gesproken, kunstenaars, schrijvers... Helaas heb ik niemand kunnen vinden, zelfs niet onder mensen die dachten dat ze alles wisten. Júist niet onder mensen die dachten dat ze alles wisten,” voegt hij er mismoedig aan toe.
Hij valt stil en tuurt in de verte. “Uiteindelijk,” zegt hij bedachtzaam, “heb ik moeten concluderen, dat ik inderdaad de wijste man op aarde ben. Niet zozeer omdat ik meer weet dan ieder ander, maar omdat ik de enige schijn te zijn die weet dat hij niets weet. Dat is namelijk het enige dat je kunt weten: dat je niets weet.”

De waarheid is te groot om te vangen
Twee en een half duizend jaar later spreekt het Orakel opnieuw en wordt een andere man tot ‘de wijste man op aarde’ uitgeroepen. Het Orakel – dat tegenwoordig ‘Time Magazine’ heet – benoemt de Duitse geleerde Albert Einstein tot ‘man van de eeuw’. De uitvinder van de relativiteitstheorie is niet alleen de knapste kop in de natuurkunde, maar spreekt zich ook uit over alle mogelijke metafysische onderwerpen, zoals het bestaan van God en het geheim achter de schepping. Maar net als Socrates concludeert ook Einstein dat hij eigenlijk niets weet, dat dé waarheid misschien wel bestaat, maar in ieder geval niet gekend kan worden met de beperkte vermogens die de mens ter beschikking staan. Hoe meer Einstein over het universum leert, hoe meer hij beseft er vrijwel niets van te begrijpen.

Hoe blind de mens is voor al wat hem omringt, blijkt uit het feit dat wij slechts in staat zijn om een fractie van het elektromagnetische spectrum (radiogolven, microgolven, infrarode straling, zichtbaar licht, ultraviolet licht, röntgenstraling, gammastraling, kosmische straling) te zien. Veel dieren, waaronder katten en honden, kunnen meer van dit spectrum waarnemen. Het elektromagnetische spectrum zelf maakt ongeveer 0,005 procent uit van het geheel dat ons omringt - en daar zien wij dus maar een fractie van. Daar komt nog eens bij dat de mens slechts één procent van wat hij wél kan waarnemen bewust registreert.

Het is dus niet erg overdreven om te stellen dat de mens stekeblind is. Einstein wist dit. Hij zag dat de waarheid te groot was om te kunnen vangen. “Zij die zichzelf de taak opleggen om rechter te spelen over waarheid en kennis worden hartelijk uitgelachen door de goden,” zei hij. Wat Einstein ook concludeerde was dat de meeste mensen niet in staat zijn de grenzen van hun eigen waarnemingsvermogen te zien en de fout maken het deel dat ze wel kunnen waarnemen als dé realiteit of dé waarheid zien. Vandaar waarschijnlijk zijn beroemde uitspraak: “Twee dingen zijn oneindig: het universum en menselijke domheid. Maar van het universum ben ik nog niet helemaal overtuigd.”

Van Schijn naar Zijn

Uitgaande van het feit dat wij een Wezen (een ziel) hebben – onze eeuwige Persoonlijkheid – zijn we Verlicht als we geheel ons Zelf, de afspiegeling van ons Wezen, zijn. Verlicht zijn betekent dat je innerlijk vrij bent. Dat je je identiteit verplaatst naar je Zelf, je Zijn. Verlicht zijn wijst op en herinnert je aan het Licht van het Zijnde en je eigen innerlijke Licht. Mensen die een verlichte toestand ervaren hebben omschrijven die als volgt: Ze accepteren de situatie waarin zij zich bevinden en beschrijven een toestand van Stilte, er Zijn, innerlijke rust, ontspanning, vreugde, mededogen, helderheid, duidelijkheid, zuiverheid, liefde, kracht, schoonheid, wijsheid, vertrouwen en gerichtheid op het willen dienen van het Geheel. Ditzelfde gevoel wordt ook waargenomen door mensen bij die een bijna-dood ervaring hebben gehad.

Het kan je ook overkomen terwijl je in de file staat, aan het werk bent, strijkt, wast of bij je tent of caravan staat, een bos- of strandwandeling maakt, of in een kerk tijdens een saaie preek, enz. Het Zijnde kan zich altijd en op elke plek openbaren, door het contact dat jij er van binnen mee maakt vanuit je denken, voelen en/of ervaren. Je kunt in elk hier-en-nu Verlichting ervaren. Je hoeft er dus niet voor te mediteren of te bidden en je je Zelf voelen kan dus elk moment en overal. Er zijn verhalen bekend van mensen die deze ervaringen kennen tijdens gevangenschap, concentratiekamp, etc.

Je komt in een dergelijke staat van bewustzijn wanneer je alle schijn in je leven opheft en alleen nog maar (je innerlijke) Zelf bent, je Zijn. Het enige wat dan schijnt, dat ben je zelf. Jij, het stukje sterrenstof, een stukje van het Heelal waar je oorspronkelijk vandaan komt...

♥ ♥ ♥